Enkele wetenswaardigheden van Dhul Hijjah

Dhul Hijjah is de twaalfde en laatste maand van de (Islamitische) maankalender. Deze maand behoort tot de heilige maanden. In deze maand wordt de bedevaart (Hadj) verricht. De eerste tien dagen van deze maand zijn de meest voortreffelijke dagen van het hele jaar. Er is geen andere dag waarin het verrichten van goede daden voortreffelijker is dan de eerste tien dagen van deze heilige maand Dhul Hijjah.

Bovendien maken de uiterst zegenrijke dagen: (1) Yaum at-Tarwiyah1, (2) Yaum ‘Arafah2 en (3) Yaum an-Nahr3 ook deel uit van deze tien dagen. Allah, de Verhevene, heeft op enkele plekken van de Heilige Quraan verwezen naar de voortreffelijkheid van deze tien heilige dagen.


In Soerah al-Hadj, Verzen 27-28, openbaart de Almachtige:

StION 1

Vrije vertaling:

{En verkondig de Hadj aan de mensen, waarna zij lopend en op elke kameel vanuit alle verre plaatsen naar jou toe zullen komen (om de Hadj te verrichten). Zodat zij getuigen zullen zijn van de voordelen (daarvan) voor hen. En (zodat) zij de Naam van Allah op de bekende dagen zullen uitspreken (als dank) voor de veedieren waarmee Hij hen heeft voorzien. Dus eet daarvan en voed daarmee de behoeftige arme.}

Soerah al-Hadj, verzen 27-28 | 22:27-28

 

Imaam Ibn Kathier [heengegaan in het jaar 774 na de Hidjrah] (Allah's Genade zij met hem) heeft in zijn Exegese als uitleg op dit Vers gezegd:

“De metgezel ‘AbdulLaah bin ‘Abbaas [heengegaan in het jaar 68 na de Hidjrah] (Allah's Tevredenheid zij met hen) heeft gezegd:

StION 2

‘De bekende dagen zijn de tien dagen (nl. van Zul Hidj-djah).’”


We zien dus dat we opgedragen zijn om ons veel bezit te houden met  Zikr (het Gedenken van Allah).

De Heilige Profeet Muhammad (vrede en zegeningen zij met hem) placht in deze dagen veelvuldig de formules van Tasbieh, Takbier, Tahmied en Tahliel op te zeggen.

Tasbieh: SubhaanalLaah (سُبْحَانَ الله)

Takbier: Allaahu akbar (اَللهُ أَكْبَر)

Tahmied: Alhamdu lilLaah (اَلْـحَمْدُ لِلّٰهِ)

Tahliel: Laa ilaaha illalLaah (لَا إِلٰهَ إِلَّا الله)

 

In Sahieh al-Bugaariy staat dat de metgezellen ‘AbdulLaah bin ‘Umar en Aboe Hurairah (Allah's Tevredenheid zij met hen) in deze tien dagen naar de markt plachten te gaan terwijl ze de Takbier opzeiden. De mensen plachten hen hierin te volgen door vervolgens ook de Takbier op te zeggen.

In Soerah al-Fadjr, Verzen 1 en 2, openbaart Allah, de Verhevene:

StION 3

Vrije vertaling:

{Bij de dageraad. En de tien nachten.}  Soerah al-Fadjr, verzen 1-2 | 89:1-2

 

Imaam at-Tabariy [heengegaan in het jaar 310 na de Hidjrah] (Allah's Genade zij met hem) heeft in zijn Exegese als uitleg op dit tweede Vers het volgende geschreven:

“En de tien nachten, zijn de nachten van de (eerste) tien dagen van (de maand) Dhul Hijjah. Hier bestaat er consensus over onder de Quraan-uitleggers.

 

Ook Imaam Ibn Kathier [heengegaan in het jaar 774 na de Hidjrah] (Allah's Genade zij met hem) heeft dit in zijn Exegese benadrukt met de volgende woorden:

“Met “de tien nachten” wordt bedoeld die (welke horen bij) de tien dagen van Dhul Hijjah, zoals [de Sahaabiy] ‘AbdulLaah bin ‘Abbaas [heengegaan in het jaar 68 na de Hidjrah], [de Sahaabiy ‘AbdulLaah] Ibn az-Zubair [heengegaan in het jaar 73 na de Hidjrah], Mudjaahid [heengegaan in het jaar ± 103 na de Hidjrah] en vele anderen die behoren tot de vroegeren alsook de lateren, dit hebben gezegd.”

 

We kunnen dus stellen dat de voortreffelijkheid van de eerste tien dagen van de maand Dhul Hijjah duidelijk in de Edele Quraan vermeld zijn, waar ze “de bekende dagen” zijn genoemd, vanwege de grootse verdiensten en verheven status.

De Heilige Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen zij met hem) heeft over deze eerste tien dagen van de maand Dhul Hijjah gezegd:

StION 4

Vrije vertaling:

“Er zijn geen (andere) dagen waarin het verrichten van goede daden geliefder is bij Allah, de Almachtige, de Majestueuze, dan deze dagen, namelijk de dagen van de eerste tien etmalen (van Dhul Hijjah zoals in andere overleveringen bij naam vermeld staat).”

De metgezellen vroegen: “O Boodschapper van Allah, zelfs niet de Djihaad op Allah’s Pad?”

De Boodschapper van Allah antwoordde: “Zelfs niet de Djihaad op Allah’s Pad, tenzij iemand met zijn leven en bezit erop uit trekt en er vervolgens niet meer ervan terugkeert.” (D.w.z. als martelaar sterft op het slagveld.)

(Musnad Ahmad met een authentieke keten4)


De Taabi’iy (iemand die behoort tot de 2e generatie moslims, dus iemand die de metgezellen van de Heilige Profeet heeft mogen ontmoeten) Sa’ied bin Djubair [heengegaan in het jaar 95 na de Hidjrah] die deze voornoemde Hadieth (uitspraak van de Heilige Profeet) heeft overgeleverd van de Sahaabiy (metgezel van de Heilige Profeet) Sayyidunaa ‘AbdulLaah bin ‘Abbaas (Allah's Tevredenheid zij met hen) placht deze Hadieth met zo veel ijver ten uitvoer te brengen dat hij in deze dagen bijna niet beschikbaar was voor bezoekers.

In Sunan ad-Daarimiy staat hierover het volgende:

StION 5

Vrije vertaling:

“En Sa’ied bin Djubair placht, wanneer deze tien dagen aanbraken, zich volledig toe te leggen (op aanbidding), zodanig zelfs dat men bijna geen toegang meer had tot hem.”

(Sunan ad-Daarimiy)

De Moslim dient zijn uiterste best te doen om deze dagen te benutten. In verscheidene moslimlanden krijgen mensen in deze dagen vrij van hun werk zodat ze deze dagen van aanbidding goed kunnen benutten.

 

De dag van 'Arafah

De negende dag van deze maand is de dag van ‘Arafah.

De Heilige Profeet (Sallal Laahu ‘alaihi wa sallam) heeft hierover gezegd:

StION 6

Vrije vertaling:

“Het vasten van de dag van ‘Arafah (9e dag van Zul Hidj-djah)5 verwacht ik hoopvol van Allah dat Hij (als beloning hiervan) de (kleine) zonden van het jaar dat hieraan vooraf is gegaan alsook die van het jaar dat hierop volgt, zal vergeven.”

(Fragment van een langere Hadieth uit Sahieh Muslim)

 

In de Hadieth-verzameling Djaami’ at-Tirmidhiy staat de volgende overlevering die alhoewel een zwakke keten heeft, wordt ondersteund door een andere overleveringsketen en het volgens verscheidene Hadieth-deskundigen dus de graad van Hasan li-ghayrihi (betrouwbaar dankzij ondersteunende ketens/ overleveringen) heeft:

StION 7

Vrije vertaling:

De beste smeekbede is de smeekbede van de dag van ‘Arafah (d.w.z. 9e dag van Zul Hidj-djah); en het beste wat ik en de Profeten vóór mij hebben gezegd, is: “Er is geen aanbiddenswaardige behalve Allah alleen, er is geen enkele deelgenoot voor Hem, uitsluitend aan Hem behoort het (ware) Koninkrijk en uitsluitend aan Hem behoort de (ware) lof. En Hij heeft de macht over alles.”

(Tirmidhiy)

 

De bewoording van deze overlevering is algemeen en is niet beperkt tot de bedevaartgangers, die zich allen op deze dag in de vlaktes van ‘Arafaat bevinden, maar heeft ook betrekking op mensen die zich waar dan ook op aarde bevinden. Dit is dus de beste dag om aan Allah, de Almachtige, de vervulling van al je (toegestane) behoeften te smeken en vooral het belangrijkste wat je maar kunt wensen: Allah’s Gratie, Tevredenheid en Vergeving.

 

De dag van ‘Arafah behoort tot de meest glorieuze dagen en heeft zeer grootse voortreffelijkheden, omdat het een dag is van vergiffenis van zonden, en vrijspraak van de Hel, en een dag waarop Allah, de Almachtige, Zijn Tevredenheid kenbaar maakt aan de Engelen.

De moeder der gelovigen, Sayyidatunaa ‘Aaishah (Allah's Tevredenheid zij met haar) overlevert dat de Heilige Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen zij met hem) heeft gezegd:

StION 8

Vrije vertaling:

“Er is geen andere dag waarop Allah, de Almachtige, de Majestueuze, meer dienaren vrijspreekt van (de bestraffing in) het Hellevuur dan de dag van ‘Arafah. En voorwaar, Allah schenkt meer Gratie en maakt aan de Engelen Zijn Tevredenheid over hen (d.w.z. degenen die Allah smeken op deze dag op de vlaktes van ‘Arafaat) kenbaar …”

(Sahieh Muslim)

 

Yaum an-Nahr

De tiende dag van deze maand, wordt Yaum an-Nahr genoemd, wat de dag van het slachten/offeren betekent. Deze dag is de meest grootse dag van de dagen der wereld zoals overgeleverd is via de Sahaabiy ‘AbdulLaah bin Qurt (Allah's Tevredenheid zij met hem) dat de Heilige Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) heeft gezegd:

“Voorwaar, de meest grootse der dagen volgens het Oordeel van Allah, de Verhevene, is Yaum an-Nahr, daarna Yaum al-Qarr (dat is de volgende dag, namelijk 11e Zul Hidj-djah).”

(Sunan Abie Daawoed; deze overlevering is authentiek bevonden door de Hadieth deskundigen)

 

 

________________________

[1] De 8ste dag van Zul Hidj-djah, de dag waarop de Hadj (bedevaart) begint.

[2] De 9de dag van Zul Hidj-djah, de dag waarop de bedevaartgangers naar de plek ‘Arafaat gaan, en dit is de dag van vergiffenis voor zonden en de dag waarop je jezelf kunt redden van de Hel.

[3] De 10de dag van Zul Hidj-djah, en 1ste dag van het offerfeest.

[4] Ook opgenomen in andere Hadieth verzamelingen met kleine detailverschillen, zoals in Sahieh al-Bugaariy, Musannaf ‘Abd ar-Razzaaq, Musannaf Ibn Abie Shaybah, Sunan Abie Daawoed, Djaami’ at-Tirmiziy, Sunan ad-Daarimiy, Sunan Ibn Maadjah, Sahieh Ibn Hibbaan en andere compilaties.

[5] Dit geldt voor degenen die niet de Hadj aan het verrichten zijn. Zij die wel de Hadj aan het verrichten zijn dienen deze dag juist niet te vasten om zo kracht te besparen voor het verrichten van de Hadj-rituelen.

Aantal keren bekeken: 8.205